Bomen in elke grootte verkrijgbaar
Iedereen kent bomen in het landschap van de eerste grootte zoals eiken, populieren, beuken, enzovoort. Deze bomen kunnen hoogten bereiken van meer dan 12 meter en zijn in het algemeen niet geschikt voor kleine tuinen. Uitzonderingen bepalen de regel. Door ze te snoeien kunnen deze, op zich erg groot uitgroeiende bomen, tot een beeldbepalend element in de tuin worden gevormd; die een mensenleven een sieraad zijn voor de directe woonomgeving, zonder daarin overlast te geven. 

Vormbomen
Zo zijn er diverse vormbomen verkrijgbaar, die door een gecontroleerde snoei juist zeer goed functioneren als afscheiding, parasol of bol element.

Enkele voorbeelden zijn:
De beuk (Fagus sylvatica): zonder snoei zou deze boom een hoogte van wel 30 meter kunnen bereiken. Beuken kunnen evenwel worden geschoren tot zuilvormen, in kegels of piramiden, of tot bolvormen of blokvormen, er kunnen zelfs bogen of loofgangen van worden gemaakt.
Nog specialer zijn treurbeuken, waarvan sommige variëteiten niet hoger worden dan 2 meter. Zuilvormers bestaan er in verschillende bladvormen en kleuren.

Niet te verwarren met de beuken zijn de haagbeuken (Carpinus betulus), die zich ook zeer goed laten vormen. Van dit geslacht zijn er cultivars die van nature zeer smal groeien, zoals Carpinus betulus ‘Frans Fontaine’ of Carpinus betulus ‘Fastigiata’. Daarnaast bestaat er nog een variëteit Carpinus betulus ‘Collumnea’, die zeer langzaam compact groeiend is en daarmee wel de meest exclusieve haagbeuk is.

Leilinden zijn van oudsher de meest voorkomende vormboom, waarvan diverse cultivars gekweekt worden wat het mogelijk maakt aan elke eis te voldoen.

Bekend zijn ook de diverse bolvormen, bijvoorbeeld de Acacia (Robinia pseudoacacia ‘Umbra-culifera’), de bekende bolacacia, die meestal jaarlijks geheel wordt teruggesnoeid.

Ook de Catalpa is een zeer grote en mooi bloeiende boom die een dwergvorm kent in de bol-catalpa (Catalpa bungei). Jaarlijkse snoei is in dit geval niet vereist omdat hij veel langzamer groeit. Toch moet erop worden toegezien dat de takken niet te zwaar worden, omdat ze anders vaak totaal onverwacht bij een storm kunnen afbreken.

Minder bekend is de geelbladige Catalpa (Catalpa bignonioides ‘Aurea’) die weer wat groter wordt dan de Catalpa bungei. Wil men niet telkens de snoeischaar moeten hanteren voor een bolboom, dan zijn er goede mogelijkheden met Ulmus campestre ‘Umbraculifera’, een bol iep die zeer stormvast is, weinig last heeft van luizen en een dichte kroon heeft waar graag een vogel zijn nest in maakt. Ook de Esdoorn (de boom heeft in het geheel geen doorns) heeft een bolvorm die een dichte kroon vormt: de bolesdoorn (‘Acer platanoides Globosum’).

Naast de eerder genoemde soorten, die niet of nauwelijks bloeien, kan men kiezen voor een boom die in het voorjaar prachtige bloemen geeft, zoals de diverse Prunus (sierkers) soorten.

Enkele soorten daarvan worden vaak op stam geënt om zo een kleinere bolvorm te krijgen.

Ook zeer mooi is de Malus ‘Red Sentinel’, een sierappel die als bolvorm kan worden gesnoeid, en waarvan de trotse bezitter twee keer per jaar plezier kan beleven. In het voorjaar bloeit deze boom met prachtige wit/rose bloemen en in het najaar tot diep in de winter zitten er zeer opvallende rode appeltjes aan ter grootte van een kers. Door de bloemschik liefhebbers worden deze vruchten veelvuldig gebruikt in de diverse kerstarrangementen.
Met niet al te veel snoeiwerk kan deze boom jarenlang een prachtig element vormen in uw tuin. Wat te denken van een bolvormig gesnoeide meidoorn. Crataegus prunifolia ‘Splendens’, prachtig bloeiend in het voorjaar met een overdaad aan rode bessen in het najaar. Of een bolvormige es met groen blad, maar ook geelbladig verkrijgbaar. Zeer geschikt voor leemachtige grond.

Steeds vaker zoeken tuinbezitters een natuurlijke parasol in de tuin. Tot voor enkele jaren werd daarvoor bijna uitsluitend een pergola gebruikt met klimplanten. Het nadeel hiervan is dat dit moeilijk te snoeien is en daardoor vaak rommelig aandoet.

Andere mogelijkheden zijn het gebruik van bomen die al van nature of door vormsnoei een parasol vormen. De Ulmus glabra ‘Camperdownii’, treuriep, is een boom met afhangende takken die met wat ondersteuning een perfect dak maakt.
Zo ook de treures (Fraxinus excelsior ‘Pendula’) of zeer exclusief de geelbladige treures. Beide bomen vragen weinig onderhoud. De laatste jaren zien we steeds vaker vormbomen zoals de dak Plataan, dak Peer en dak Linde. Door het vormen van zogenaamde gesteltakken is de boomkweker in staat een perfect gevormd dak te laten ontstaan.
Eenmaal in de tuin moet dit jaarlijks gesnoeid worden, waarbij de recht gegroeide takken steeds worden verwijderd tot op de gesteltakken. Met name de dak Plataan vormt in korte tijd een prachtige parasol waaronder het goed toeven is.